Praktische leefregels voor eigengereide protestanten

geplaatst in: Dienst 1 | 2025, Uitgelicht | 0

Over planning en rust

Een van mijn helden is de Britse theoloog John Stott. Elke ochtend stond hij om zes uur op om eerst een uur Bijbelstudie te doen. In de tweede helft van zijn leven was dat zelfs om vijf uur om twee uur lang de Bijbel te bestuderen. Inspirerend en irritant! Want regelmatig stille tijd houden blijft voor mij een lastig punt. En niet alleen voor mij, veel mensen zijn vandaag de dag niet alleen op zoek naar rust, maar ook naar manieren om vanuit die rust geloofspraktijken vorm te geven. In dit artikel ga ik in op levensregels, hoe lastig die zijn voor Nederlanders en wat je er wel praktisch mee kunt als gelovige en als kerkenraad.

De laatste jaren is het in protestantse kringen in: allerlei vormen van levensregels. Denk aan Johan Mark Comer met De weg volgen, de cursus die daarbij hoort en de cursus die Jos Douma en Bas van der Graaf hebben gemaakt naar aanleiding van het boek. Denk aan Life Rules van de EO, specifiek gericht op twintigers met als doel ‘Niet geleefd worden, maar leven’. Ook Johan ter Beek timmert al een aantal jaren aan de weg met Reisgenoten en RITME, twee initiatieven geïnspireerd op de monastieke traditie. En zie bijvoorbeeld het recente werkboek Houvast van Janneke Huisman om je eigen leefregel te ontwikkelen. Er hangt iets in de lucht. Zonder allerlei sociologen en cultuurfilosofen aan te halen, lijkt het me geen gewaagde stelling om te zeggen dat de mate van chaos, informatie-overload en complexiteit ertoe leidt dat mensen steeds meer verlangen naar rust, overzicht en ritme. Dat geldt niet alleen voor christenen, maar breed in de samenleving. Dit komt ook naar voren uit de jeugdtrends die we begin 2024 opstelden.

(c) Antonia Felipe


Inspiratie uit het verleden

Samen met het verlangen naar rust in tijden van chaos is er de neiging terug te grijpen op inspiratie uit het verleden. Ook dat doen zowel christenen als niet-christenen. Retraites, stilteplekken en kloosterweekenden zijn populair. Boeken over stilte en rust gebaseerd op monastieke praktijken vinden gretig aftrek. Dat is ook niet zo raar: op het moment dat er veel dynamiek en veel informatie is, is het prettig je te laven in een traditie die je meeneemt, waar je zelf even niet hoeft na te denken oer bepaalde zaken. Mogelijk dat de schijnbaar toegenomen populariteit van Oosters-orthodoxe kerken in Nederland hier ook mee te maken heeft.

Mensen verlangen steeds meer naar rust, ritme en overzicht

Maar ja, protestanten zouden protestanten niet zijn als ze zomaar iets over zouden nemen uit het verleden en/of een andere traditie. Wij willen meestal twee dingen voor elkaar krijgen. Het eerste is dat iets bij de tijd moet zijn, actueel. Dat lijkt me goed en zinvol. De initiatieven van Comer en Life Rules van de EO zijn daar goede voorbeelden van. Een wat ouder voorbeeld is het boekje ‘Een levensregel voor beginners’. Dit boek, geschreven door Wil Derkse, is gebaseerd op de Benedictijnse spiritualiteit. In alle drie de gevallen gaat om het zoeken van dieperliggende waarden om het leven vorm te geven. Bij Life Rules krijg je dan bijvoorbeeld ‘laat je aandacht niet kapen’ (vergelijk Derkse: aandachtig luisteren), ‘leef langzamer’ en ‘ontbubbel actief’.

Protestantse genadeloosheid

Een tweede neiging die wij als protestanten hebben, naast het actualiseren, is iets zo maken dat ik als individu er zelf mee aan de slag kan. Dat klinkt mooi en aantrekkelijk, zo wordt het iets voor iedereen. Maar ik denk dat het hier vaak misgaat rond levensregels of geestelijke discipline in het algemeen. Hier komt een vorm van protestantse genadeloosheid naar voren.

Kloosterweekenden zijn populair

Protestanten genadeloos? Theologisch misschien niet, maar praktisch soms wel. Even kort door de bocht heeft dat er mee te maken dat iedereen niet alleen zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen zielenheil, maar ook voor de praktijk van het geloofsleven. Je moet zelf Bijbellezen, bidden en geloven. Als je dat niet genoeg doet, dan ben je verkeerd bezig en dus schuldig. Daar is dan wel vergeving voor, maar toch, jij bent of was schuldig. Gods genade is niet alleen overvloedig, maar is ook vaak zichtbaar in gemeenschappen. Kunnen we niet iets meer ‘samen geloven’. Dus leven in het besef dat anderen voor je bidden of zelfs voor je geloven en daar dus ook om vragen?

Die protestantse genadeloosheid is ook merkbaar in hoe wij kerkdiensten en bijbelkringen beoordelen. Hoe vaak geldt niet als criterium ‘wat heb ik eraan?’. In de katholieke (en monastieke) traditie spelen gemeenschappen een veel grotere rol, en persoonlijke verlangens en voorkeuren een minder grote. Een levensregel verbond je aan een gemeenschap, dat was een gezamenlijke regel, of je nu in een klooster woonde of niet. Je legde verantwoording af aan iemand en anderen aan jou; het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een levensregel voor een individu kan al snel een zware last worden die je alleen moet dragen.

Als we kijken naar allerlei nieuwe (missionaire) initiatieven die mede geïnspireerd zijn op het kloosterleven, dan speelt bij allemaal gemeenschap een grote rol.

Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen zieleheil

De eigengereidheid van ons Nederlanders

Dat we toch graag onze eigen leefregel willen of geen verantwoording willen afleggen, heeft denk ik niet alleen te maken met het protestantisme, maar ook met onze volksaard. Nederlanders willen zich niet laten gezeggen. We hebben dan ook moeite met de monastieke regels ‘obedientia’: met aandacht luisteren en gehoorzamen. Terwijl juist obedientia de sleutel is om een leefregel praktisch vorm te geven. (Obedientia heeft ook een bredere en meer persoonlijke lading. Dan gaat het om gehoor geven (gehoorzaam zijn) aan de roepstem die op je afkomt, van bijvoorbeeld andere meningen of onrecht.)

Nederlanders willen zich niet laten gezeggen

Hoe dan?

Om verder te komen in je eigen leven of in je kerk, kan het helpen om je bewust te zijn van de protestantse genadeloosheid. In preken, pastorale gesprekken of bijbelkringen doet het ertoe hoe je mensen aanspreekt. De kunst is om met elkaar te bouwen aan een cultuur waarin mensen functioneren én als individueel gelovige én als onderdeel van een gemeenschap. Een vraag die je altijd kunt stellen is: ‘wat heb jij nodig van de gemeenschap om te geloven, te bidden, te blijven bijbellezen?’ Net zo goed als gevraagd kan worden ‘hoe kun jij bijdragen aan die zaken bij andere gemeenteleden?’ Als je iets met een leefregel wilt, kan een dergelijke houding behulpzaam zijn. Anders kan het extra voeding geven voor een vorm van activisme en genadeloosheid.

Het doet ertoe hoe je mensen aanspreekt

Trouw aan een gemeenschap is dus van groot belang. En daar hoort ook een hele praktische uitwerking bij. Niet voor niets hebben kloosters klokken om mensen – soms letterlijk – te wekken. Ben Tiggelaar en vele anderen wijzen erop dat het veranderen van persoonlijke gewoonten ontzettend moeilijk is. Je hebt een groep nodig die support geeft. Denk maar eens aan de Anonieme Alcoholisten: zij houden een beter leven alleen vol door elkaar te stimuleren, aan te spreken en voorbij het vrijblijvende of het consumentisme te gaan. Je gaat naar zo’n bijeenkomst voor elkaar. Uiteindelijk moet je gewoon vanuit vrije wil domweg gehoorzamen en je committeren aan een groep, ook al vind je bepaalde zaken daarin minder goed of mooi.

(c) covene


Hiermee wil ik niet betogen dat we allemaal lid moeten worden van een bepaalde orde. Maar wat kun jij als ouderling, diaken, pastoraal bezoeker of welke rol je in de gemeente hebt, hier nu mee? Een paar suggesties. Allereerst dus: vorm een groepje van mensen met eenzelfde soort taak en maak met elkaar hele duidelijke afspraken. Bijvoorbeeld over hoeveel mensen je wilt bezoeken in het jaar en hoe je dat dan over het jaar gaat verdelen. Dit zijn geen vrijblijvende afspraken en ook geen vage afspraken of intenties. Dus niet ‘ik ga mijn best doen om’, nee gewoon afspraken. Het is niet erg als er dit soort ‘clubjes’ zijn binnen de gemeente, zolang het maar transparant is.       

Een succes van levensregels is een bepaald ritme  

Wat verder kan helpen is een ritme. Een van de successen van levensregels is dat er een bepaald ritme in zit. Maak ook zo’n ritme met jullie groep. Domweg om de week op maandag vrijhouden voor een bezoek- of vergaderschema. Houd je daaraan. Die afspraken gaan gewoon door, ook als er iemand ziek is. Verzetten is de dood in de pot voor een ritme. Iedereen herkent dat vast wel van een bijbelkring of commissie, verzetten is het begin van het einde. 

Een volgend punt, wat genadeloos kan overkomen – maar juist heel genadig is, is verantwoording afleggen. Maak niet te gemakkelijk excuses voor jezelf. En nog lastiger wellicht: maak het je clubgenoten niet te gemakkelijk als ze zich niet aan afspraken hebben gehouden. Jullie hebben afspraken gemaakt en ook al zijn er goede redenen om je daaraan niet te houden, dan zijn die afspraken weinig waard. Bedenk hoe het volgende keer beter kan. Tegelijkertijd, vier met elkaar als het goed gaat, benoem dat, bid en dank met elkaar.

verzin niet te snel excuses voor jezelf

Zorg dat het behapbaar is. Maak met je clubje een duidelijke afspraak voor hoe lang de periode van de afspraken duurt. Maak dat niet te lang, oefen gewoon met elkaar, misschien de eerste keer voor een periode van drie maanden. Misschien wel het belangrijkste: begin gewoon. De kunst van het beginnen is echt een kunst. Gewoon doen, starten, ook al heb je er misschien nog niet veel vertrouwen in. Wat is het ergste wat er kan gebeuren?

Tot slot: zoals Wil Derkse het fraai verwoordt, een levensregel is altijd voor beginners en dat blijft het. Falen is onderdeel van het menselijk bestaan. Wees genadig naar elkaar en besef dat je afhankelijk bent van God en zijn genade. Zo’n levensregel is niet een directe lijn naar het leven van een superchristen. Het is een hulpmiddel om met elkaar God te dienen, mensen te bezoeken enzovoort. Het helpt mij om me niet alleen te vergapen aan de stille-tijddiscipline van John Stott, maar om samen met anderen de Bijbel te lezen en afspraken daarover te maken. We hebben elkaar nodig, we hebben Gods Geest nodig en we leren telkens weer dat we genade nodig hebben.

 

Cors Visser is directeur van Kerkpunt. Hij is af en toe betrokken bij advies en begeleiding rond leiderschap en missie

Dit artikel komt uit Dienst 1 2025. Meer over deze Dienst vind je hier.