Zoals ook wij…

geplaatst in: Uitgelicht | 0

Genezing van oud zeer

Het herstel van een kerkelijke breuk is een Godswonder, een kostbaar bewijs van zijn genade. Een wonder waar Jezus om gebeden heeft en waarvoor Hij met zijn bloed heeft betaald. Waar Hij met al de kracht van zijn Geest aan heeft gewerkt. Alle eer en dank aan God. Het herstel van een kerkelijke breuk leidt ook tot een ontmoeting van beschadigde mensen. Ze voelen pijn en verontwaardiging, die het heel moeilijk maken elkaar in de ogen te kijken. De kerkelijke hereniging roept wakker wat oud zeer leek, maar in werkelijkheid nog onverminderd pijnlijk is. Veel zielzorgers in de NGK en GKv komen deze pijn en verontwaardiging, bezorgdheid of zelfs boosheid, tegen in hun huisbezoeken en ambtelijke gesprekken. Met alle pastorale verlegenheid van dien. En dat terwijl pastoraat hier zo belangrijk is voor het persoonlijk heil van mensen en daarmee voor de voortgang van het proces van kerkelijke eenwording.

 

Erkenning

Allereerst wil ik erop aandringen de pastorant met zulk oud zeer serieus te nemen. Rond de breuk in de jaren zestig van de vorige eeuw hebben zich heel pijnlijke situaties voorgedaan; op kerkelijk niveau, maar ook in de persoonlijke sfeer. Mensen zijn daardoor geraakt in het meest kostbare in hun leven en in de heiligste van hun overtuigingen. Door uitspraken en maatregelen van kerkelijke vergaderingen, door de bejegening door broeders en zusters in de Heer, onder wie vaak ook naaste familie. Dat heeft verwondingen opgeleverd, waarvan de littekens en de pijn door de tijd en ook door het wegvallen van de verantwoordelijke instanties of personen niet worden weggenomen. Ze zijn een eigen leven gaan leiden, maar zijn daardoor niet minder werkelijk. Wie daarin door zijn of haar ambtsdragers van nu niet serieus wordt genomen, die ondergaat een herbeleving van het onrecht van toen.

Wil een ambtsdrager die pijn op een geloofwaardige manier serieus nemen, dan moet hij of zij ten minste kennisnemen van dit stuk recente kerkgeschiedenis. Vergeten en vergeven leidt voor deze beschadigde broeders en zusters opnieuw tot beschadiging. Daarentegen voelt het serieus genomen worden, heuse betrokkenheid in het oude zeer als herstel van recht, ook als er van het verleden niets ongedaan gemaakt kan worden. Daarmee breekt al het eerste licht door het grauwe wolkendek boven iemands leven.

 

Bevrijding

Maar als er verder niets gebeurt, dan dooft vroeg of laat het doorgebroken licht weer uit. Dan komt er geen eind aan het oude zeer. Het blijft als een schaduw het leven van een kind van God versomberen, met alle risico’s van dien. Vraag is alleen wat er nog te doen valt. Erkenning van schuld vragen is in de meeste gevallen niet meer mogelijk. Als ambtsdrager doe je er daarom goed aan met de pastorant door te denken over de vraag hoe oud zeer werkelijk genezen kan worden. Wat leer je daarover uit de Bijbel?

Als ik de Bijbel goed lees, begint dat niet bij excuses van de ander vragen, ook al zou de ander uiteindelijk door de knieën gaan. Bevrijding van oud zeer begint niet met het overwinnen van een ander, het begint bij de overwinning van jezelf. Zelfoverwinning die zo ver gaat dat je je eigen verontwaardiging en boosheid overwint. Dat je niet langer in het onrecht dat jij hebt geleden een rechtvaardiging vindt om je als eisende partij boven de ander te plaatsen. Nee, je herkent bij nader inzien steeds meer van die ander bij jezelf. En ten slotte ga je niet langer met opgestoken vinger tegen hem tekeer, maar sta je met een arm om zijn schouder naast hem. Dat leer ik van de Heer Jezus: niet alleen je bondgenoot, maar zelfs je vijand liefhebben. En dat kan nog, ook als die ander al gestorven is en die kerkelijke vergadering ontbonden.

Vergeving

Met zelf vergeven is een eerste stap gezet naar vergeving vragen. Vanuit de herkenning van jezelf als zondaar, naar de erkenning van eigen fouten. Jezelf meten met de maat waarmee je anderen gemeten hebt, ook als het gaat om het oude zeer. De keuzes die je zelf gemaakt hebt in het kerkelijke conflict, bekijken door de bril van de ander. De houding die jij hebt aangenomen tegenover broeders en zusters, familieleden of vrienden. Jouw oordelen, jouw stellingen en uitspraken, jouw ‘heilig moeten’. Daarmee groei je toe naar het moment dat je de ander van jouw kant vergeving gaat vragen. Zo komt het tot heus herstel van de verhoudingen.

Dat leert ook de pastorale ervaring. Het oplossen van conflicten in families of tussen gemeenteleden gaat niet lukken zolang de strijdende partijen primair van elkaar schulderkenning eisen. Verzoening komt pas tot stand als je onvoorwaardelijk je eigen aandeel in het ontstane conflict erkent en daarvoor van de ander vergeving vraagt. Dat is het Godswonder dat ten grondslag ligt aan heuse verzoening tussen broeders en zusters van hetzelfde huis.

 

Herstel

Daarmee breekt dan ook de weg naar boven open. Want alleen zo kun je bidden zoals Jezus het ons geleerd heeft. Zo kun je ónze Vader zeggen en ook die vijfde bede bidden: “Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was”. De bede die, als je de conclusie van Jezus’ gebedsonderwijs leest, wel het hart van het Onze Vader lijkt. “Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie misstappen evenmin vergeven” (Mat. 6:14, 15).

Oppervlakkig gelezen klinkt het “zoals ook wij …” als het aandragen van een goed werk, dat ons het recht geeft om vergeving te vragen. De catechismus legt het in zondag 51 uit als een beroep op diezelfde genade van God, waardoor de gezindheid van ons hart is vernieuwd. Ik ben geneigd het te lezen als onderstreping van onze verootmoediging. Het feit dat wij elkaar vergeven laat zien dat wij ons ‘arme zondaars’ weten, die elkaar vóór alles moeten vergeven en vergeving vragen voor zoveel wat we elkaar aandoen. Die daarom voor de troon van onze Vader in zielsverbondenheid bidden: vergeef óns ónze schulden. Dan strekken zondaren samen hun armen uit naar een vergevingsgrond buiten zichzelf. De rechtsgrond die Christus door zijn offer aan het kruis voor ons heeft gelegd.

 

Nieuw perspectief

Dan is de Vader rijk in vergeven. Vergeven in de volste zin van het woord. Ook het ongedaan maken van de schande en het herstel van de schade van onze zonden.

Daarmee opent zich ook nieuw perspectief voor Christus’ kerkvergadering op aarde. Herstel van de schade, die wij door onze kerkelijke strijd hebben toegebracht aan zijn naam en rijk. Nieuwe eendracht en toewijding aan de bouw van Christus’ kerk. Dan juichen de engelen in de hemel, tranen in hun ogen. Tranen van blijdschap om de redding van zondaren en de genezing van oud zeer. Tranen van geluk om de grootheid van Gods ontferming en om de voortgang van de bouw van Christus’ kerk.

Ds. Melle Oosterhuis is als predikant betrokken geweest bij de lokale gesprekken tussen GKv en NGK in Ede en Kampen, en heeft als voorzitter van de generale synode meegewerkt aan de toenadering tussen beide kerkgenootschappen.

Dit artikel is gepubliceerd in Dienst 3|2019

Bestellen? Klik hier.