Rijpe velden

geplaatst in: Uitgelicht | 0

Nederland lijkt een zendingsland te zijn geworden. Vanuit het buitenland worden zendelingen ingevlogen om in ons land het evangelie te verkondigen. Maar zit onze samenleving nog wel te wachten op God? Als christen kun je het gevoel hebben dat het totaal geen zin heeft om over Jezus te beginnen. Wie met het verhaal van Jezus bij mensen aankomt, moet vaak eerst drempels wegnemen. En toch zien we nieuwe kansen voor evangelisatie. Laten we samen op zoek gaan naar die openingen in de samenleving.

Als christen kun je het gevoel hebben dat het totaal geen zin heeft om het verhaal van Jezus te delen. Weerstand en afwijzing of – op zijn best – vriendelijke onverschilligheid is vaak wat we verwachten. Niet zozeer omdat mensen Jezus niet moeten, maar omdat christenen er vaak een puinhoop van hebben gemaakt. Veel mensen zijn beschadigd en ontnuchterd door de manier waarop christenen met hen zijn omgegaan. Door de rol van de kerk in misbruikzaken of door oneigenlijk gebruik van macht.

Daarnaast leeft de gedachte dat God niet meer nodig is om ons leven te verklaren, en ook niet voor onze gezondheid of ons geluk. God lijkt totaal niet relevant voor ons leven in de wereld, hooguit voor onze ziel, een toekomstig leven. Het geloof wordt gezien als een religieus sprookje van vroeger. Voor sommigen gaat het zelfs nog verder dan dat. Ze zijn blij dat ze bevrijd zijn van een veroordelende God die hun allerlei regels oplegt. Het geeft hun een gevoel van bevrijding om niet in God te hoeven geloven. Vrij van opgelegde regels, religieuze sprookjes en godsdienstige dwang. Vrij om zelf uit te maken wat je gelooft.

Het hierboven geschetste beeld kan verlammend werken. En botst het christelijk geloof niet met het heersende gevoel dat iedereen elkaar moet vrijlaten, dat niemand het recht heeft om een ander te vertellen wat hij of zij moet geloven? Trouwens, hebben we wel wat in te brengen? Heeft geloven toegevoegde waarde? Waar zit nog een opening om het met mensen over het ‘goede nieuws’ te hebben?

Kijken naar mogelijkheden die er wél zijn voor het evangelie

Kijken met Jezus’ ogen

Wat bij dit alles ontspannend kan werken, is het besef dat weerstand tegen het christelijk geloof niet nieuw is. Ook in Jezus’ tijd was afwijzing van het goede nieuws aan de orde. Wanneer Jezus de zeventig leerlingen uitzendt, bereidt hij hen voor op afwijzing (Marc. 6). Verspil er geen tijd en moeite aan, laat Hij weten. Schud het stof af en trek dan verder, naar daar, waar je wel ontvangen wordt. En tegelijk ziet Jezus velden vol gewas, rijp om te oogsten (Joh. 4). Dus laat je niet ontmoedigen door afwijzing en onverschilligheid, maar leer te kijken met Jezus’ ogen. Staren we ons blind op de harde bodem, het onkruid, of zien ook wij de rijpe velden? Het is een interessante oefening om op een frisse manier te kijken naar de kansen en mogelijkheden die er wél zijn voor het evangelie. Zomaar duiken er dan onverwachte sporen van Gods koninkrijk op.


 

Als we op een frisse manier kijken, dan valt op dat er ook verhalen klinken van verlies. Yvonne Zonderop, journalist en trendwatcher, vindt dat we in Nederland te radicaal hebben afgerekend met het christendom. Zij ziet religie als een bron van rijkdom. Ze wijst erop dat we de christelijke traditie als oud vuil hebben weggezet en het daar niet meer over willen hebben. Yvonne pleit voor het herontdekken van de bijbelse verhalen als bron van spiritualiteit.

Een ander verhaal van verlies is dat door het verdwijnen van kerken er plekken verloren gaan waar mensen vanuit verschillende lagen van de bevolking elkaar ontmoeten. Waar iedereen welkom is, ook wanneer je zelf denkt niets te brengen te hebben. De kerk heeft een belangrijke functie als bindmiddel in de samenleving, een netwerk van mensen die naar elkaar omzien.

Ruimte voor gesprek

Een aspect dat daarbij ook een rol speelt, is dat veel mensen hun anker kwijt zijn. Mensen missen een plek om verlieservaringen en onmacht te bespreken en komen met hun zingevingsvragen nu bij de psychiater. Filosoof Guido Vanheeswijck zegt het zo (De Nieuwe Koers 2019-6): “We hebben nauwelijks nog taal om de keerzijde van het leven te benoemen. Men doet vaak alsof we voorbij zijn aan de grote vragen van het geloof, over eindigheid en oneindigheid, over de waarde van het menszijn, de zin van het leven. Dat mag je voor jezelf uitmaken. Maar deze vragen en thema’s zijn nog steeds vragen die ons in de basis raken.”

Mensen ervaren God op veel meer manieren dan ze zich bewust zijn

Het is maar de vraag of de gedachte klopt dat God niet meer nodig is in onze samenleving. Ook christenen laten zich gevangennemen door deze gedachte, zelfs wij denken zomaar dat we God niet meer kunnen tegenkomen in de samenleving. Maar de realiteit is dat christenen altijd een minderheid zijn geweest. We denken misschien dat God er niet meer toe doet, dat God verdwijnt uit de samenleving, maar Gods aanwezigheid verdwijnt niet! Mensen ervaren God op veel meer manieren dan ze zich bewust zijn.

Aan de keukentafel, bij de koffieautomaat en in talkshows lijkt nieuwsgierigheid het soms te winnen van vooroordeel. Religie blijkt een immense bron van inspiratie voor nieuwkomers uit alle windstreken. En jongvolwassenen verdiepen zich juist weer in godsdienst en spiritualiteit. Ook in de politiek duikt de christelijke erfenis steeds weer op, doordat we er onze cultuur, democratie en ethiek aan ontlenen. Het christelijk geloof wordt niet meer uitsluitend negatief weggezet, maar er is ruimte ontstaan om het gesprek met elkaar aan te gaan. Dit roept wel de vraag op of we als christenen en als kerk willen meedoen aan dit gesprek. Hoe voeren we die gesprekken? Hoe sluiten we aan op de vragen die mensen hebben? Is het een verhaal dat leeft in de praktijk van alledag?

Breng God eens ter sprake en je zult ontdekken dat Gods Geest je al lang voor was

Zoeken en ontdekken

Cruciaal is daarom hoe we dat gesprek voeren. De praktijk is vaak dat we het als moeilijk ervaren om woorden te vinden die de ander begrijpt. Het verhaal van Jezus vraagt dan ook om je in te leven in de ander en met het evangelie daarbij aan te sluiten. Evangeliseren vraagt om geduld, bedachtzaamheid en ruimte voor de ander om het verhaal van Jezus zich eigen te maken. Een valkuil bij evangelisatie kan namelijk zijn dat je graag in één keer het hele evangelie wilt uitleggen. Jezus zelf spreekt vooral over zoeken en ontdekken. Hij laat zijn discipelen langzaam maar zeker steeds meer van Zichzelf zien, tot ze zelf tot de conclusie komen dat Hij wel de Beloofde moet zijn. Iets in beweging zetten bij mensen, door goede vragen te stellen, door open en eerlijk te zijn, dat kan al een belangrijk doel zijn in het missiewerk. Breng God eens ter sprake en je zult ontdekken dat Gods Geest je al lang voor was.

Daarbij moeten we oppassen dat we de ander niet ‘onze waarheid voorhouden’ vanuit het idee dat de ander dezelfde waarheid ‘moet’ gaan geloven. Uit een recent onderzoek van de Barna Group komt naar voren dat christenen het verlangen verliezen om hun geloof te delen. Van de ondervraagde Amerikaanse christelijke jongvolwassenen (20-34 jaar) geeft 47 procent aan dat ze het verkeerd vinden om te evangeliseren in de hoop dat die ander tot dezelfde overtuiging komt. Tegelijkertijd vindt 73 procent dat ze goed zijn in het delen van hun geloof. Ook al is de Amerikaanse context niet te vergelijken met de Nederlandse, wat vooral opvalt is dat jongvolwassenen verschil zien tussen je geloof delen en evangelisatie. Jongeren kunnen wel degelijk enthousiast zijn over het delen van hun geloof. Bekeringsdrang is alleen niet de manier waarop zij willen evangeliseren.

We moeten weten wat de vragen en behoeften van de ander zijn

 

Bovendien hebben jongeren vandaag de dag heel andere vragen dan voorgaande generaties. Voor jongeren zijn vragen die te maken hebben met angst en schaamte veel relevanter dan vragen naar schuld en verlossing. Het is belangrijk om te focussen op de vragen die bij jongeren leven, en om te proberen daarbij aan te sluiten. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor jongeren. In het algemeen is het zo dat we moeten weten wat de vragen en behoeften van de ander zijn.

Nieuwe vormen

Belangrijk is dat we op zoek gaan naar nieuwe vormen van missie. Veranderingen in de maatschappij vragen om vormen die aansluiten bij het leven van mensen en de vragen die ze hebben. Net zoals in het onderwijs de leermethodes veranderen en meebewegen met de tijd, zo zullen ook evangelisatievormen veranderen. De tijd van de zeepkist ligt ver achter ons, maar het kraampje met christelijke lectuur op de plaatselijke braderie zal bij velen wel bekend zijn. Door de jaren heen ontstonden creatieve en onconventionele benaderingen. Bijvoorbeeld de Jezus-fanclub van Peter Scheele, of mime; om te ontroeren of mensen juist uit hun comfortzone te halen.

Mensen hebben vooral behoefte aan een veilige plek om vragen te stellen

Waar mensen nu vooral behoefte aan hebben, is een veilige plek om vragen te stellen. Een plek waar ze vrijheid ervaren en ongedwongen over leven en geloof kunnen praten. Een Alpha-cursus kan zo’n plek zijn, of een buurtmaaltijd. Maar ook een meer traditionele clubavond kan daarvoor geschikt zijn als rekening wordt gehouden met het zoeken en ontdekken van de ander.

En er is meer: het gaat er bij evangelisatie om dat we ingeschakeld worden in de missie van God. Evangelisatie is een deel van Gods missie en ze kan vormen aannemen die een meer diaconaal karakter hebben. We zien dat steeds meer kerken van betekenis willen zijn voor de buurt. Met projecten die het sociaal welzijn bevorderen en die ontmoetingen tussen mensen faciliteren. Het gebruik van dit soort ontspannen vormen kan nieuwe kansen creëren. Er kan ruimte ontstaan voor een goed gesprek waarin het evangelie ook met woorden gedeeld kan worden. Vanuit de onderlinge ontmoeting kunnen mensen biddend bij God gebracht worden en kan ook pastoraat een plek krijgen.

Er kloppen migranten aan de deur van onze woonplaats

Arbeiders voor de oogst

De vraag is: zien ook wij de rijpe velden? Wat we zien is dat jongeren openstaan voor vragen over het leven, over hoop en verlangen. We zien ouderen die terugblikken op – naast hun mooie herinneringen – keuzes uit het verleden en zich afvragen waar ze met hun verlies, onmacht en gevoelde schuld terechtkunnen. Niet zelden om wat een ruzie of scheiding met de relatie met hun kinderen en anderen heeft gedaan. Er kloppen migranten aan de deur van onze woonplaats. Velen van hen kennen Jezus niet, maar komen op hun reis door Europa in aanraking met christenen. Moslims ontdekken in het Westen de bevrijdende liefde van Jezus en het vaderhart van God. God doet wonderen van geloof en moed, en geeft door het leven van deze mensen prachtige getuigenissen aan de kerk. Kunnen we een nieuwe familie vormen voor deze nieuwkomers, waar ze kunnen groeien in geloof?

In die zin zijn de velden rijp om te oogsten, maar het eerlijke verhaal is dat er ook gewied moet worden. In ons eigen leven kan hoogmoed spelen of onverschilligheid, dit moet overwonnen worden. We mogen ons hart en onze handen openen voor God en de ander. Wij worden niet alleen ingeschakeld als de boodschapper van goed nieuws, we mogen ook goed nieuws zíjn. Als we leren kijken met de ogen van Jezus en Hem volgen, zou het zomaar kunnen blijken dat er ook nu velden klaarliggen om geoogst te worden, voorbewerkt door Hemzelf. Bid de Heer van de oogst om arbeiders.

Gienke Boersma-Vreugdenhil werkt als coördinator partners en programma’s bij Verre Naasten en is adviseur van deputaten Ondersteuning kerken, classes en missionaire initiatieven in de GKv.

Dit artikel is gepubliceerd in Dienst 4|2019

Bestellen? Klik hier.