Nieuwe vormen van verbondenheid

Hoe zal dat zijn als straks de kerk weer open kan, als we weer kunnen nadenken over kerk-zijn na corona? Ik weet dat verschillende kerkenraden hiermee bezig zijn. Maar het is niet heel gemakkelijk. Je wilt weer samenkomen en verdergaan vanuit nieuwe hoop. Maar waar begin je? En durven we na een periode van beperking weer contact te maken met diepere verlangens? Ik pleit voor twee elementen in een proces van wederopstanding van het kerkelijk leven: voel de pijn en ga vooral veel samen eten. In mijn ogen gaat het om een geestelijk én om een heel fysiek proces. Al het andere komt daarna wel (of niet).

Voel de pijn

Samen met Peter Wierenga schreef ik een boekje over kerk na corona: Herkerken – De toekomst van geloofsgemeenschappen. Daarin pleiten we voor een herwaardering en opnieuw leven inblazen van kleine gemeenschappen binnen de kerk. Wat we niet zo sterk benoemd hebben, is de pijn over corona. Het rouwproces waar velen van ons nog middenin zitten. Wat ik nu merk, is dat de pijn van wat meer dan een jaar corona heeft teweeggebracht, nog veel sterker is geworden. Zo sterk dat je daar niet omheen kunt. De eerste stap is daarom: voel de pijn! Geef die een plek, benoem hem, heb er oog voor, maar kijk dan ook echt goed. De pijn vanwege corona is namelijk niet alleen de pijn om het verlies van een manier van kerk-zijn die achter ons ligt en niet meer terugkomt.

Corona maakt een leegte in ons kerk-zijn zichtbaar

De coronapijn is terecht en soms diep, maar daaronder zit bij een groeiend aantal mensen een andere pijn, die verdergaat. Alleen onze coronamoeheid benoemen en onze wonden likken, kan wel heel pastoraal lijken, maar gaat ons niet brengen bij het punt waar het de komende jaren echt om zal gaan. Corona maakt een leegte in ons kerk-zijn zichtbaar: als kerkdiensten en de organisatie stilvallen, is er ineens een stuk minder verbinding. We hadden te weinig een antwoord op het wegvallen van de fysieke kerkdiensten. Elkaar weten te vinden en vast te houden, bleek vaak een uitdaging die te groot was. Corona laat ons de pijn voelen van een manier van kerk-zijn die niet vraagt om een snelle reparatie, maar om zoeken naar genezing. Dat gaat over nieuwe vormen van verbondenheid naast de kerkdienst. Om relaties die verdergaan dan organisatie en losse activiteiten.

Bouw zo nodig de kerkzaal door de week om als eetzaal

Ga samen eten

De eerste reflex die ik verwacht na corona is: weer terug naar onze kerkelijke business as usual. Een focus op fysieke kerkdiensten en de gebruikelijke andere activiteiten. Heerlijk als het weer kan en ergens lijkt er niets mis mee. Wie de pijn van zojuist nog niet vergeten is, doet er beter aan in te zetten op een groter feestje: zoek elkaar op. Bouw zo nodig de kerkzaal door de week om als eetzaal en stimuleer dat groepen gemeenteleden bij elkaar aan tafel terechtkomen. En vertel elkaar de verhalen van pijn en van hoop. Deel de vreugde. Dank God, breek het brood en deel de wijn. Bouw het feest rond de tafels en laat dat maanden mogen duren – ik meen het serieus. Dat wat we het meest gemist hebben is elkaar. Het is niet goed dat de mens alleen is, maar dat was maandenlang wel vaak de situatie. Vier de nieuwe ruimte en doe dat door in te zetten op relaties. Relaties die de samenleving mist, maar die de kerk ook te lang gemist heeft. Want hier ligt de kracht van het lichaam van Christus: weer verbonden te zijn in eenheid, geloof, hoop en liefde.

Wie een proces van vernieuwing en nieuw elan wil stimuleren, kan zo veel verbinden aan deze tafels van hoop. De maaltijden kunnen in alle groottes, vormen en samenstellingen plaatsvinden. Ze hoeven niet meteen in een systeem te passen van nieuwe kringen. Ga eerst vooral dingen doen met elkaar en het belangrijkste daarbij is: samen eten. Omdat de vroege kerk rond de tafels geboren is en bekendstond om haar vitaliteit. En omdat eettafels plekken zijn waar je gemakkelijk de deur naar de straat openzet en gasten laat meegenieten. Omdat het plekken zijn waar het gesprek als vanzelf gevoerd wordt. Waar ideeën geboren en geloof gedeeld kan worden. Ik ben voorstander van bezinning en vormen van visie en beleid, maar ik pleit er van harte voor om dat beleid in te zetten vanuit ontmoetingen rond de tafel. Niet zonder eten en drinken en niet zonder diepe menselijke verbondenheid.

Ik leer steeds meer dat beleid en visie niet gaan zonder doen

Minder vergaderen, meer doen

We zijn gewend om visie en beleid – op woorden en op papier – in te zetten. Ik niet minder. Maar ik leer wel steeds meer dat beleid en visie niet gaan zonder doen. Doe vooral iets. Samen maaltijden organiseren brengt veel doen mee, zonder activisme en zonder tegelijk functioneel te worden. We hebben elkaar weer zo nodig. En als we dat voelen, kunnen we de afhakers mee laten eten wellicht. Al met al kom je zo terecht in een beweging die meer vanuit de gemeente is dan vanuit de vergadertafels.

Een kerkenraad die hier werk van maakt, zal minder vergaderen en meer aan tafel zitten met allerlei groepen en kringen. Een lunch met moeders met jonge kinderen inclusief oppas tijdens het eten. Een bring your own food-avond met jongeren. Wijkgroepen, kringen, buurtgroepen – de mogelijkheden liggen voor het oprapen en de uitvoering is niet moeilijk. En dan van daaruit in kleine stapjes verder. Ook hier het missionaire perspectief ruimte geven, vanuit de simpele vraag: wat zou je voor je eigen buurt willen? Organiseer maaltijden per buurt of wijk. Bij zulke buurttafels bijvoorbeeld is de stap miniem om naar buiten te kijken én te gaan. Gewoon dingen doen die dichtbij liggen. Je kunt zelfs speciale afhaakdiners organiseren voor hen die zich niet meer verbonden voelen: vertel nog één keer je verhaal en wij luisteren naar je.

Het is wel het net aan de andere kant uitwerpen: we waren dit zo niet gewend. Ik geloof dat op die momenten dingen gaan gebeuren die ons laten zien hoe de kerk van morgen eruit kan zien.

Kunnen we de gebrokenheid verbinden met het evangelie van het kruis?

Gebrokenheid in de ogen kijken

Wat ik voorstel, is om daarbij alle ruimte te geven aan de pijn en het gemis van de afgelopen coronaperiode. En om daarbij dan ook een geestelijke beweging te maken: met die pijn naar het kruis gaan. Concreet gaat dat over de vraag of we de gebrokenheid kunnen verbinden met het evangelie van het kruis en dus te zien op Christus. Wie vitaliteit verlangt, zal de gebrokenheid in de ogen moeten kijken.

Heel concreet denk ik aan drie groeperingen waar die gebrokenheid en pijn sterk spreken: de jongeren, de afhakers en de samenleving. In een onlangs gepubliceerd onderzoek van de EO en het Nederlands Dagblad onder duizend christenen blijkt dat vooral jongeren tijdens de tweede coronagolf afhaakten. Het zijn jongeren die als kritiek op de kerk hebben dat deze meer met corona dan met geloof bezig was. En het zijn jongeren die zelf aan de bel moesten trekken om contact te krijgen binnen de kerk. Zonder er dieper op in te gaan, wil ik aangeven: zoek die pijn op. Die zit daar, bij jongeren. Luister eerst en vooral naar hun verhaal. Net als naar de gezinnen die ook weinig gehoord en gezien zijn in de afgelopen periode, volgens dit onderzoek. Kortom, luister naar de afhakers. Wat is hun pijn? Wat zegt hun verhaal over kerk-zijn?

Ten slotte lees ik dat 41 procent van de ondervraagden aangeeft dat de kerk tijdens corona meer het voortouw in de samenleving had moeten nemen. De vraag ‘waar was de kerk in de samenleving?’ leeft dus wel degelijk. Het is een deel van onze gezamenlijke pijn. Niet overal even sterk en er gebeurde op veel plaatsen gelukkig van alles, maar er was ook veel navelstaren. Dat was al zo voor corona en dat is helaas niet echt overtuigend doorbroken in deze crisis, terwijl er alle aanleiding toe was.

Het evangelie van het kruis

Waarom beschrijf ik dit als cruciale processtap voor het opnieuw leven inblazen van de gemeente? Omdat ik in deze tijd na Pasen weer meer dan ooit overtuigd ben door het evangelie van het kruis. Lees een bijbelgedeelte als 1 Korintiërs 1:17-25 en je staat weer oog in oog met de kern van ons geloof. We geloven niet in een maakbare wereld, maar in het evangelie van het kruis. Een gekruisigde staat centraal in onze geloofsgemeenschappen. Dat betekent concreet dat we de diepere pijn die er al jaren ligt met dat kruis moeten leren verbinden. Laat niet de harde kern van de gemeente, maar laten liever die rafelige randen ons vertellen hoe we leren opnieuw kerk te zijn.

De pijn over de coronacrisis dwingt ons terug te gaan naar de kracht van het evangelie

De pijn over de coronacrisis in de kerk dwingt ons terug te gaan naar de kracht van het evangelie. En dat kan alleen als we zien waar het breekt en waar alle goede bedoelingen toch tekortgeschoten zijn. Volgens mij komt er juist dan echt ruimte voor diepe verandering en een nieuw elan dat wél verschil gaat maken.

 Remmelt Meijer is theoloog en coach. Vanuit CRUX werkt hij als kerkbegeleider. Als kerkpionier is hij verbonden aan Hemelsbreed in Amsterdam Zuidoost. Met Peter Wierenga schreef hij een boek over het grotere verhaal van kerk en corona: Herkerken – De toekomst van geloofsgemeenschappen.