Hoe volg ik Jezus als homo?

geplaatst in: Dienst 4 | 2022, Uitgelicht | 0

De Bruijnes nieuwe benadering van homoseksualiteit

In wat voor tijd leven we? Iedereen kan zichzelf identificeren als homo, lesbi, trans, bi en daar ruimte voor vragen: het is immers hoe je jezelf ervaart. Seksuele diversiteit in onze samenleving groeit. Seksuele identiteit wordt steeds meer als fluïde beschouwd: ze is veranderlijk per tijd en per relatie. Het debat hierover lijkt in de samenleving een achterhoedegevecht en kan jongere generaties, ook in de kerk, nauwelijks meer boeien.

Ondertussen wordt in de kerken al jaren gestudeerd en gediscussieerd over een christelijke visie op homoseksualiteit en andere seksuele identiteiten. Dit gesprek is op veel plekken gepolariseerd geraakt: zie je ruimte voor homoseksualiteit of niet, dan bepaalt dat wat men van je vindt. Al deze discussies en standpunten hebben veel homo’s op afstand gezet van de kerk. Kortom: homoseksualiteit is een complex vraagstuk, waar veel mensen zich erg kwetsbaar bij voelen en dat in kerkelijk opzicht beladen is.

De Bijbel zegt niet rechtstreeks wat je van homoseksualiteit moet vinden

Elkaar aanvaarden, inclusief seksuele diversiteit en verschillende visies

Een nieuwe benadering

In zijn nieuwe boek Verbonden voor het leven doet Ad de Bruijne verslag van zijn jarenlange studie naar homoseksualiteit en seksuele diversiteit. Op een open en persoonlijke manier probeert hij het gesprek hierover in christelijke kring verder te brengen. Zijn centrale stelling is dat de hedendaagse homoseksualiteit een laatmodern, westers fenomeen is. In dit verschijnsel zijn christelijke noties herkenbaar, maar hebben ook de verlichting en seksuele revoluties hun sporen getrokken. De Bruijne treedt deze ontwikkeling open tegemoet, zonder uit het oog te verliezen dat er vertekening en scheefgroei is opgetreden in de mensvisie. Omdat het een nieuw fenomeen is, zegt volgens hem de Bijbel niet rechtstreeks wat je hiervan moet vinden. We moeten erover nadenken in Bijbels perspectief.

Deze stellingname geeft De Bruijne ruimte om de aard en het doel van identiteit, seksualiteit, huwelijk, liefde en homoseksualiteit diepgaand te doordenken. Hij verwerkt wat vanuit schepping en zondeval over seksualiteit te zeggen is. Ook betrekt hij het onderwijs van Jezus en de apostelen in zijn overwegingen. De Bruijne stelt ten slotte voor om de homoseksuele identiteit meer te benaderen vanuit de toekomst van Gods Koninkrijk, waarin zowel huwelijk als seksualiteit gerelativeerd worden. In de nieuwe lichamelijkheid van het Koninkrijk vinden voortplanting en huwelijk hun vervulling in de gezamenlijke band van alle mensen met Christus. Om hierheen positief op weg te gaan, maakt het niet uit of je homo of hetero bent. Het huwelijk verwijst op een bijzondere manier naar de gemeenschap tussen Christus en de gemeente. Maar ook homoseksualiteit laat al iets zien van de toekomst, doordat zij het geschapen onderscheid tussen man en vrouw en het belang van voortplanting achter zich laat.

Grondige discussie

Met deze waardering van de homoseksuele identiteit ontstaat een aanzienlijke verschuiving. Misschien niet voor degene die het gesprek in de kerk hierover toch al achterhaald vindt. Maar wel voor de visie en het beleid van veel kerken. Het is te hopen dat over het voorstel van De Bruijne een grondige discussie wordt gevoerd. Daartoe nodigt hij de lezers ook nadrukkelijk uit: hij formuleert niet alleen zijn argumenten, maar ook zijn aarzelingen. Steeds benadrukt De Bruijne welke keuzes er nog meer zijn en hoe belangrijk het is om in alle verschillen elkaar in Christus ruimte te geven en tegelijkertijd met elkaar in gesprek te blijven.

Het blad Dienst is niet geschikt voor deze kerkelijke discussie. Daarom bied ik hier geen bespreking van het voorstel van De Bruijne. Het is hoe dan ook goed om van zijn voorstel kennis te nemen. Verder biedt zijn boek zo veel belangrijke ethische inzichten, dat het zeer de moeite waard is om iets daarvan hier te delen. De benadering van De Bruijne geeft zicht op culturele ontwikkelingen in onze westerse wereld. Zijn analyse verklaart hoe het komt dat homoseksualiteit en andere seksuele identiteiten in onze samenleving zo veel voorkomen en het gesprek erover zo gepolariseerd is geraakt. Het verheldert hoe bij jongeren de zoektocht naar de eigen identiteit allesbepalend lijkt te zijn en veel onzekerheid met zich meebrengt. Hij werkt zijn voorstel ook uit naar het onderwijs, de politiek en de werkvloer.

Het voorstel van De Bruijne
De Bruijne probeert in het licht van de Bijbel te begrijpen wat homoseksualiteit is, zoals die zich in onze tijd voordoet. Hij luistert zorgvuldig naar gegevens uit de Bijbel, ervaringen van homoseksuele christenen, resultaten van wetenschappers en naar gedachten van denkers over onze cultuur.

Hij definieert homoseksualiteit op grond van biologische, genetische, sociale, culturele en psychologische gegevens als een diepliggende seksuele oriëntatie die een belangrijk aspect vormt van iemands persoonlijke identiteit. Deze omschrijving laat al zien dat het een laatmodern, westers concept is. In andere culturen spreekt men niet over identiteit, laat staan over seksuele identiteit. Homoseksueel gedrag heeft in eerdere tijden en andere culturen vooral te maken met sociale verhoudingen: een vorm van macht of juist van onderdanigheid. Vaak ging het om getrouwde mannen die vanwege politieke of economische belangen op sommige momenten seksueel contact met elkaar hadden. Dat wordt in de Bijbel ondubbelzinnig afgewezen als ‘ontucht’.

Homoseksualiteit is in onze tijd iets anders. Alleen in onze laatmoderne cultuur kan iemand zeggen ‘ik ben homo’. Dat is ontstaan doordat het denken over identiteit en seksualiteit zich ontwikkeld heeft. De Bruijne waardeert deze ontwikkelingen positief en komt uiteindelijk tot de stelling dat homoseksualiteit zoals die in onze laatmoderne tijd bestaat, niet voorkomt in de Bijbelse tijd. Homoseksualiteit is volgens hem in belangrijke opzichten een nieuw fenomeen, dat ons voor nieuwe vragen stelt. Na grondige bespreking van die vragen komt De Bruijne tot een theologisch-ethisch voorstel om homoseksualiteit positief tegemoet te treden en in de kerk ruimte te maken voor een partnerschapsverbond voor homo’s die zich hiertoe geroepen weten. Hij noemt dit geen huwelijk, omdat het huwelijk exclusief voor een verbintenis van man en vrouw geldt. Maar het kan wel een duurzaam verbond zijn, dat in bepaalde relaties ook een seksuele dimensie krijgt en in de kerk bevestigd en gezegend mag worden.

De uitdaging is om elkaar raad te geven, te dienen en te bemoedigen

Ethiek begint bij jezelf

Ethiek begint bij jezelf. ‘Hoe volg ik Jezus het beste op dit moment in mijn leven met mijn mogelijkheden en beperkingen?’ Dit is een doorgaande lijn in het boek van De Bruijne, dat hij het ‘eerstepersoonsperspectief’ noemt. In veel ethische bezinning gaat het om een ander: ‘Wat zou hij of zij moeten doen? Hoe gaan wij verantwoord om met homo’s? Wat moet je vinden van een homohuwelijk?’ Daarmee laat je – ethisch gesproken – de ander in de steek. Hij of zij staat immers zelf voor de vraag: ‘Op welke manier kan ík, zoals ik ben, binnen de marges van mijn huidige context op zo’n manier verdergaan in de navolging van Christus, dat ik Gods bestemming met mijzelf zo goed mogelijk benader?’

Bij jongeren lijkt de zoektocht naar de eigen identiteit allesbepalend

Wat brengt jou verder in jouw vorming naar het beeld van Christus?

Dat ethiek bij jezelf begint, betekent in de kerk geen liberale vrijblijvendheid. Alsof je kunt doen wat jou goeddunkt en niemand zich mag bemoeien met jouw privékeuzes. Ook daarmee laat je een ander in de steek. De uitdaging is om elkaar in het volgen van Jezus raad te geven, te dienen en te bemoedigen. Inhoudelijk meedenken en pastoraal begeleiden horen daarbij. Met respect voor ieders eigen verantwoordelijkheid en tegelijkertijd zoekend naar een gezamenlijke stijl van toewijding aan God.

De ethiek vanuit de eerste persoon, ‘hoe volg ik Jezus en welke keuze brengt mij dichter bij Hem’, is een centrale insteek. Ook al pakken keuzes per persoon verschillend uit, het maakt gesprek over de invulling van je leven mogelijk: wat brengt jou verder in jouw vorming naar het beeld van Christus? De Bruijne reikt een aantal aandachtspunten aan, die hierbij kunnen helpen.

  1. Heb je er oog voor dat jouw ontwikkeling dezelfde structuur vertoont als de levensweg van Jezus: het patroon van kruis en opstanding? Als je simpelweg stelt dat God jou je persoonlijk geluk gunt, dan misken je dat het geluk in Christus niet bestaat zonder dat je je kruis op je neemt.
  2. Bevordert de keuze die je maakt de eigenschappen die horen bij het nieuwe-mens-zijn in Jezus? Groeit de vrucht van de Geest in je leven (bijvoorbeeld trouw en liefde) en vermindert ze negatieve eigenschappen als egoïsme of woede?
  3. Merk je dat je keuze je omgang met God en met Jezus bevordert of juist belemmert? Als het bidden moeizamer gaat, kan het betekenen dat je je keuze opnieuw moet overwegen.
  4. Helpt je keuze om de band met je broers en zussen in het geloof te verbeteren of treedt er juist vervreemding op? Voor je eigen geloofsgroei heb je een goede relatie met medechristenen en de gemeente nodig.
  5. Merk je innerlijke vrede en houd je een vrij geweten bij de keuze die je maakt? Ondanks de subjectiviteit hiervan is het wel een spirituele aanwijzing of de stappen die je zet juist of onjuist zijn.
  6. Blijf je openstaan voor kritische feedback en kun je het hebben dat sommige mensen een andere keuze maken en het misschien met je oneens zijn? Daarmee laat je vertrouwen in en afhankelijkheid van God en zijn genade zien.

Welkom in de kerk?!

Hoewel de homo zelf voor de vraag staat hoe hij of zij zal omgaan met de eigen identiteit, staat de kerk niet buitenspel. Iedere christen hoort thuis in het ene lichaam van Christus, waarin de leden elkaar nodig hebben om het volgen van Jezus in praktijk te brengen. Dat dit in de huidige tijd van ‘postchristendom’ niet eenvoudig is, zal duidelijk zijn. De vervreemding tussen kerk en samenleving wordt steeds groter en de christelijke moraal verliest steeds meer haar vanzelfsprekendheid. Het is voor de kerk in de westerse wereld zoeken naar een goede balans tussen strategisch aansluiten bij, positief waarderen en gemotiveerd afwijzen van wat er in de huidige cultuur naar voren komt. Dit geldt niet alleen voor de omgang met seksualiteit, maar net zo goed voor het omgaan met bezit, armen, milieu, sociale gerechtigheid, enzovoort.

Alleen biddend kunnen we verbondenheid ervaren

Christenen kiezen hierin verschillend. Dat is op zichzelf niet verkeerd. Soms is het verwarrend of zelfs pijnlijk, maar pluraliteit is een kenmerk van onze laatmoderne samenleving, waaraan we ons niet kunnen ontworstelen. Waar het in de maatschappij kan leiden tot uitsluiting van elkaar, zou er in de kerkelijke praktijk aanvaarding van elkaar moeten zijn. Die aanvaarding begint in Christus en verdient inbedding in een intens gezamenlijk en persoonlijk gebedsleven. Alleen biddend kunnen we verbondenheid ervaren en misschien zelfs een nieuwe overeenstemming als geschenk van de Geest vinden. Binnen de kerk moet gewerkt worden aan een gemeenschap waarin ook haar homoseksuele en lesbische leden zich aanvaard weten. In het Koninkrijk van God worden menselijke verschillen van ondergeschikt belang, omdat er sprake is van een fundamentele gelijkheid voor God. In het licht van de toekomst, waar we met elkaar de Heer zullen prijzen, past het de kerk om ook nu het aanvaarden van elkaar te bevorderen, inclusief seksuele diversiteit en verschillende visies hierop.

Pastorale ethiek

In een paragraaf over pastorale ethiek kleurt De Bruijne de verantwoordelijkheid van de kerk richting haar homoseksuele leden verder in. Niet om hen apart te zetten, maar wel om hen met wijsheid en liefde te begeleiden.

  1. Aanvaard de ander volledig en neem tegelijkertijd tijd en ruimte om onzekerheid over seksualiteit en genderidentiteit te onderzoeken.
  2. Geef ruimte aan de persoonlijke verantwoordelijkheid van de ander om zelf in vrijheid voor Gods aangezicht te staan. Dit betekent dat je erop vertrouwt dat Christus zijn weg met de ander zal gaan.
  3. Help de ander door eerlijke en brede informatie over de opties die er zijn en welke mogelijkheden en risico’s die met zich meebrengen.
  4. Wees eerlijk over je eigen positie en breng die met christelijke bescheidenheid naar voren. Alleen met een open houding ontstaat er ruimte voor ontmoeting, ook als de ander tot een ander standpunt komt.
  5. Zoek verbinding met andere gemeenteleden met wijsheid en ervaring, om versmalling in je begeleiding te voorkomen.
  6. Blijf de ander respectvol steunen, ook als iemand anders kiest dan jij juist acht. Kom niet steeds op de beslissing terug, maar blijf samen optrekken in het vertrouwen dat God de leiding heeft.

Met een open houding ontstaat ruimte voor ontmoeting

Ad de Bruijne schreef een brede studie over een ingewikkeld en kwetsbaar thema. Ik bid dat zijn boek mensen helpt om Jezus te volgen. En dat het de kerk helpt om een goede visie op en omgang met seksuele diversiteit in onze tijd te ontwikkelen.

Dr. Kees van Dusseldorp is predikant van De Schakel in Neede en docent homiletiek aan de TU in Kampen/Utrecht.